Vor einer Weile war genau das Thema des Sprachunterrichts und alle Schüler sollten ein paar Zeilen zu ihrem persönlichen Glück schreiben.
Hier meine Definition von Glück
Mijn zoon, mijn levenzgezel, mijn valkparkieten, mijn vrienden, gezondheid, niet zonder werk vallen. Dat behoeft geen betoog, omdat het dingen zijn, die voor iedereen bij geluk behoren.
Maar voor me zijn het kleine dingen, bijvoorbeeld heb ikk en nieuwe fietsbel gekocht. Het geluid van deze bel is zo mooi, zo licht en klaar. Als ik wel eens daarmee bel, ben ik opgetrogen van vreugde. Maar ik gebruik deze bel spaarzaam, zodat het bejzondere geluid net gewoontjes voor mij wordt.
En als ik 's morgens met mijn fits op weg naar werk ben, luister ik naar mooie liedjes op mijn mp3-speler. Ik zie de veegmachine de rondjes over het verlatene marktplain draaien. Te zien, als de duiven en meeuwen over de plek cirkelen en de krantenjongen moe met zijn fiets om die hoek komt. Waneer de verkoopster van de bakkerij de etalage in de winkel voorbereidt en zich de geur van verse warme broodjes over het plein verdeeld ...
's morgens als het stadtje ontwaakt en ik erbij toekijken en bijwonen kan, dan ben ik volmaakt gelukkig.
Dat zijn ogenblikken van geluk, van die ik niet will afzien.